‘Bij iedere nieuwe woning die gebouwd wordt, moeten we ons afvragen of hij ook geschikt kan zijn voor ouderen’
De uitdaging: bouwen met oog op de toekomst
Het is duidelijk dat er meer gebouwd moet worden. De belangrijkste vragen zijn: waar, hoe, hoeveel en voor wie gaan we bouwen? Om iedereen in de toekomst een passend thuis te bieden is het niet alleen de uitdaging om snel meer woningen te bouwen, maar dit ook toekomstbestendig te doen. Er moet nu rekening gehouden worden met de behoeften van later. Achmea wil daarom de aandacht vestigen op de noodzaak van levensloopbestendige woningen voor ouderen.Er zijn 450.000 woningen voor ouderen nodig
Boris van der Gijp, Co-voorzitter van Achmea Real Estate benadrukt het belang van de afspraken die moeten worden gemaakt over de bouwopgave: "Er komen steeds meer ouderen in Nederland en mensen worden ook steeds ouder. Willen we deze mensen een gezond en passend thuis bieden, dan moeten er tot 2040 ten minste 450.000 woningen worden gebouwd of omgebouwd. Wij vinden dat hier de focus op moet liggen. Ook omdat deze woningen de zorg ontlasten en zorgen voor doorstroming op de woningmarkt. De woningen die ouderen achterlaten, komen immers vrij voor jonge gezinnen en starters”.Ouderen gezond thuis
Georgette Fijneman directievoorzitter van Zilveren Kruis voegt hieraan toe: "Bij Zilveren Kruis denken we na over zorg in de toekomst. We ondersteunen de beweging van ‘zorg naar gewoon leven’. En daarbij is waar en hoe je woont natuurlijk heel belangrijk. Nu bepaalt vaak de mate van zorg waar je woont: thuis of bijvoorbeeld in een verpleeghuis. Dat willen we omdraaien. Door geschikte woningen te bouwen, kunnen we de lichte zorg op oudere leeftijd voor elkaar gemakkelijker gaan organiseren. Daarvoor hebben we veel nieuwe woningen nodig die sociaal en fysiek zo zijn ontworpen dat mensen minder afhankelijk zijn van zorg en waar de noodzakelijke zorg (of mantelzorg) juist beter mogelijk is. Zilveren Kruis zet zich hiervoor in door die zorg te regelen, zo dichtbij mogelijk.”Pad naar realisatie
Volgens Boris van der Gijp zijn er twee belangrijke stappen die genomen moeten worden om deze ambitie te realiseren. "Ten eerste moeten we specifieke plekken aanwijzen om te bouwen, bijvoorbeeld door de Regio Deals te verrijken met locaties waar woningen specifiek voor ouderen gebouwd kunnen worden. Ten tweede moeten we een passend aanbod in de regio’s ontwikkelen. Zoals we hebben gedaan met de Regionale Routekaarten in Friesland. Hierbij werken zorgkantoren, zorgverleners, gemeentes, provincies, corporaties en beleggers samen om geschikte locaties voor nieuwe woonvormen voor senioren te realiseren. Naast Friesland volgen nu Flevoland en Utrecht en is deze aanpak nu onderdeel van het overheidsbeleid. Ook voldoende financiële ondersteuning is hierbij belangrijk. Dat kan door subsidieregelingen voor een gezonde woonomgeving, zoals de stimuleringsregeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting (SOO) en de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen (SZGW), goed te benutten en te verlengen, verruimen en verbreden. Daarnaast moet het makkelijker worden om een mantelzorgwoning te plaatsen. Uit onderzoek van Achmea en MantelzorgNL blijkt dat er nog potentieel is voor 100.000 mantelzorgwoningen in Nederland, maar dat mensen nog belemmeringen ervaren zoals een gebrek aan inzicht in de financiële gevolgen en de onbekendheid met vergunningen”.
Boris en Georgette hopen dat er tijdens de Woontop concrete afspraken worden gemaakt die de woningbouw in Nederland structureel versnellen. Boris van der Gijp stelt: "Bij iedere nieuwe woning die gebouwd wordt, moet men zich afvragen of deze woning ook geschikt kan zijn voor ouderen. Dit is niet alleen goed voor de ouderen zelf, maar het stimuleert ook de doorstroming op de woningmarkt ".